Aanvang | 15:30 uur |
Blok 1 | 15:30 - 16:30 uur |
Pauze | 16:30 - 16:45 uur |
Blok 2 | 16:45 - 18:00 uur |
Pauze met broodjes | 18:00 - 18:45 uur |
Blok 3 | 18:45 - 19:30 uur |
Einde | 19:30 uur |
Een benadeelde (slachtoffer) die – als schuldeiser – een vordering tot vergoeding van letselschade op een debiteur wil innen, zal daarvoor soms een vonnis van de rechter nodig hebben. Bij het instellen van een rechtsvordering dient de schuldeiser rekening te houden met verjaring. Titel 3.11 van het Burgerlijk Wetboek bevat bepalingen over (bevrijdende) verjaring.
Tijdens deze cursus wordt u bijgepraat over de wettelijke bepalingen aangaande verjaring, waarbij ook aandacht wordt besteed aan recente rechtspraak van de Hoge Raad over verjaring. In dit verband komt ook de verjaring van de regresvordering aan de orde.
Van (bevrijdende) verjaring moet verval worden onderscheiden. De wet kent ook vervaltermijnen. Hierbij kan bijvoorbeeld aan de klachtplicht van art. 6:89 BW worden gedacht. Het verschil (in rechtsgevolgen) tussen verjaring enerzijds en verval anderzijds wordt besproken.
De cursus zal zijn toegespitst op de letselschadepraktijk. Vandaar dat ook aandacht zal worden besteed aan diverse aspecten van de vaststellingsovereenkomst.