Aanvang | 15:00 uur |
Pauze | 16:00 - 16:15 uur |
Einde | 17:15 uur |
Steeds vaker krijgt de rechtspraktijk te maken met internationale echtscheidingen, waarbij diverse vragen van IPR de kop opsteken. In deze cursus staan de echtscheiding, het gezag, de verdeling van zorg- en opvoedingstaken/omgang en de alimentatie in grensoverschrijdende zaken centraal. Wanneer is de Nederlandse rechter bevoegd om van deze zaken kennis te nemen? Maakt het daarbij uit of de voorziening in het gezag, de omgang of het levensonderhoud bij wijze van nevenvoorziening in de echtscheidingsprocedure wordt verzocht of als zelfstandig verzoek aan de rechter worden voorgelegd?
Als de Nederlandse rechter zich bevoegd acht, rijst de volgende vraag: welk recht dient hij bij de beoordeling toe te passen? Ook voor de beantwoording van deze vraag zal onderscheid gemaakt moeten worden tussen de echtscheiding, de ouderlijke verantwoordelijkheid en de alimentatie.
Tijdens deze cursus komen de volgende onderwerpen aan bod:
Om al deze IPR-vragen te kunnen beantwoorden passeren in ieder geval de regels uit Verordening Brussel II-bis, het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996, de Alimentatieverordening, het Haags Alimentatieprotocol 2007, Boek 10 BW en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de revue.
Vanzelfsprekend is er tijdens de cursus volop gelegenheid voor het stellen van vragen.